Skip to main content
mouse

Passerelle Dieren

Dieren

Het spoor en de doorgaande, parallel gelegen Provincialeweg N348 scheiden de noord- en zuidzijde van Dieren. Om de doorstroming van het verkeer te bevorderen wordt de N348 ter hoogte van het station verdiept aangelegd. Om de noord- en zuidzijde van Dieren weer te verbinden en de bereikbaarheid van het station te verbeteren is het station voorzien van een passerelle met stijgpunten.

Projectgegevens

Locatie Stationsplein 5, Dieren, Dieren
Opdracht ProRail, Utrecht
Architectuur Onix architecten, Groningen
Constructief Ontwerp Ingenieursgroep Romkes, Sint Nicolaasga
Uitvoering Reef Infra, Oldenzaal
Staalconstructie Buiting Machinebouw en Staalconstructies, Almelo

Algemene projectomschrijving

Passerelle Dieren is onderdeel van een groter project om te komen tot een heringerichte stationsomgeving met verbeterde de toegang, door middel van een veilige transfer én het up-to-date maken van de stationsvoorzieningen zoals fiets(-parkeren), verbinding naar het busstation en kiss&ride. De passerelle heeft drie stijgpunten. Elk stijgpunt bestaat uit een brede trap en een lift voor mindervaliden.
De stijgpunten worden verbonden door grote stalen bruggen die de reizigers veilig over het spoor voeren. De passerelle heeft een directe verbinding met het bovenste dek van de nieuw te bouwen parkeergarage aan de noordzijde van het station middels een stalen trap. De passerelle is markant en bijzonder door afwisselend materiaalgebruik van beton, hout, staal en glas.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De hoofddraagconstructie bestaat uit twee volledig in de fabriek gelaste loopbruggen over het spoor met een overspanning van 22m en die op 5.5 m hoogte ondersteund en gestabiliseerd worden door trap/bordesconstructies. De bruggen bestaan uit twee uit plaatstaal samengestelde hoofdliggers die onde in het dek verbonden zijn met dwarsdragers die met drukdiagonalen een liggend vakwerk vormen. De trappen naar de perrons volgen de grillige constructielijn van de brugdelen, waardoor het geheel als een 'boomstronk' kronkelt over het spoor, zoals de architect het bedoeld heeft.
De bordessen vormen de primaire ondersteuningen van de bruggen en zijn vervaardigd uit (uitkragende) profielen HEM500 waarin X- en Y- vormige bokken van kokerstaal zijn opgenomen ter ondersteuning en stabilisatie. De trapbomen naar de perrons zijn qua doorsnede gelijk aan de hoofdliggers en door de hoge stijfheid leveren zij een grote bijdrage aan de gehele krachtsverdeling De complexe hoofdvorm van de passerelle, met al zijn krommingen en indirecte krachtsafdracht en opgelegde vervormingen, vroeg met name de aandacht in hoofd- en detailengineering. De volledige structuur (staal, glas en hout) is gemodelleerd in TEKLA Structures én gebruik van ondersteuningssoftware (Rhino). Hetzelfde 3D Tekla-model is gebruikt als invoer voor het 3D rekenwerk in SCIA Engineer en met FEM doorgerekend voor alle stadia (eindtoestand en bouwfase) waarop vanwege de complexiteit diverse analyses zijn uitgevoerd om de respons te bepalen (lineair, niet-lineair, modaal). Met losse handberekeningen zijn de resultaten geverifieerd.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

De boomstronk dient als metafoor voor de passerelle. De trappen ‘groeien’ als takken, stronken en knoesten aan de hoofdstronk. De metafoor geeft de mogelijkheid om verschillende noodzakelijke en gewenste spoorvoorzieningen te integreren. De boomstronk ligt over de treinsporen en verbindt de noord-, zuidzijde en het middenperron. Een integrale houten brug viel buiten de mogelijkheden gezien de eisen die er boven het spoor aan gesteld worden. Beton vormt de voet van het geheel, staal neemt het op weg naar boven over en vormt de kuip waarin je loopt, hout zit aan de randen.
Citaat: ‘Het is onderweg een zoeken naar mogelijkheden om aan te haken, af te takken, te aarden: de vergelijking met een boomwortel drong zich op en bleek voor alle betrokkenen goed te werken. De houten lamellen zijn gebruikt om de constructie uit het zicht te houden. Een doorzicht is niet wenselijk maar wel de schaduwwerking die bij lamellen hoort. Daarom zijn de houten verticalen van verschillende afmetingen door elkaar gebruikt, de dikte- en breedteverschillen veroorzaken de gewenste schaduweffecten.’
Vervolg citaat: ‘Hoe ga je die boomstronk maken? Met name die lifttorentjes wil je er niet als losse elementen naast hebben staan. Ze zijn voor een deel ingepakt met hout en voor de rest transparant gehouden met het oog op het veiligheidsgevoel van de reiziger. De stalen balustrade van de kuip vouwt omhoog naar de lifttoren, het hout volgt en voltooit deze beweging.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De detaillering van de plafondconstructie in combinatie met de geïntegreerde gaasramen was uitermate complex. Boven het spoor moest de loopbrug de maximale hoogte hebben, in verband met de kruisende treinen. Boven het perron en aan de buitenzijden van de brug komt het plafond omlaag omdat op deze punten de ondersteuningsconstructie van de bordessen verhuld moet worden. Doordat de sporen de brug onder een hoek kruisen loopt de westzijde van het plafond eerder omlaag dan de oostzijde, waardoor overal scheluwe vlakken ontstaan. Dit zie je ook terug in de gaasramen met aan de onderzijde de geperforeerde panelen die ook over de hele lengte langzaam in breedte verlopen; geen paneel is hetzelfde.
Verder is de liftconstructie heel bijzonder. De lift bestaat qua constructie uit een 'binnenlift' en een 'buitenlift'. De binnenlift verzorgt de draagconstructie voor de liftkooi van Möhringer, de buitenlift verzorgt een stuk stabiliteit van de brugconstructie en is drager van de 'houten hoed' van de lift. Deze constructie maakte de aansluiting van de bordessen naar de liftkooi en de overgang van glas naar hout ingewikkeld.

Bijzondere aspecten uitvoering

De bruggen en het middensteunpunt zijn in één weekend tijdens een treinvrije periode (TVP) gemonteerd. Voorafgaand aan de TVP zijn het noordelijke en het zuidelijke steunpunt gemonteerd. Het zuidelijke steunpunt is vlak naast de diepe bouwkuip van de nieuw te bouwen tunnel voor de provinciale weg gemonteerd. De fundatie voor de lift is gestort voordat de bouwkuip van de tunnel ontgraven werd. Tijdens de engineering is onderzoek gedaan naar het wegzakken van de lift put als gevolg van het ontgraven van de tunnel. Hiermee is in het ontwerp rekening gehouden.
De bruggen en trappen zijn voorafgaand aan de TVP compleet voorgemonteerd inclusief plafond, installatiewerk en houten gevelbekleding. De lift van het middensteunpunt is ook voorgemonteerd, om dit mogelijk te maken is een tijdelijke fundatie gestort op de parkeerplaats direct naast het station. Eerst is de binnenlift op de tijdelijke fundatie geplaatst en beglaasd, vervolgens is de buitenlift van 15 ton hier overheen gehesen op enkele centimeters langs het glas waarna het hout is gemonteerd. In de TVP is de complete lift inclusief glas als 1 geheel ingehesen.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

Passerelle Dieren verzorgt naast een betere bereikbaarheid van het station en is tevens een interwijkverbinding, waardoor de twee helften van Dieren weer verbonden raken.
In het ontwerp zijn alle installaties volledig geïntegreerd in het ontwerp; elke kabel en leiding is weggewerkt. De verlichting is direct en doorgaand onder de robuuste bovenregel van de brug gemonteerd waardoor alleen een lijn van licht zichtbaar is.