Skip to main content
mouse

Lochal

Tilburg

De LocHal is het pronkstuk van de Spoorzone Tilburg. Het ontwerp stelt zich dienstbaar op aan zowel het verleden als de toekomst. Doel is om het gebouw bruikbaar te maken zonder verlies van het monumentale karakter

Projectgegevens

Locatie Burgemeester Brokxlaan 1000 5041 SG Tilburg, Tilburg
Opdracht Gemeente Tilburg
Architectuur Civic Public architecten, Amsterdam
Constructief Ontwerp ARUP, Amsterdam
Uitvoering Binx Smartility, Groenlo
Staalconstructie Klein Poelhuis Konstruktie, Winterswijk

Project Omschrijving

De spoorzone in Tilburg is een van de majeure herontwikkelingsprojecten in Nederland. In het hart van de spoorzone ligt de voormalige NS werkplaats ('D'n Ateljee'). Hier sleutelden tussen 1868 en 2011 generaties Tilburgers aan locomotieven en treinen.

Het gebied in en om de glazen Locomotiefhal moet de komende jaren transformeren tot de werkplaats van de 21e eeuw. Hierbij staan de functies ondernemen, wonen, leren, inspireren en ontmoeten centraal.

Daartoe wordt de LocHal herontwikkeld. De bibliotheek Midden-Brabant wordt de hoofdbewoner. De Kunstbalie en het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur zijn medebewoners en co-makers van de werkplaats. Seats 2 Meet biedt in dit kenniscentrum werkplekken en vergadermogelijkheden. Het stadsbalkon biedt ruimte aan een horeca voorziening. Mogelijk treden tijdens het design & build proces nog additionele huurders toe.

Introductie Ontwerp

De LocHal is het pronkstuk van de Spoorzone Tilburg. Het ontwerp stelt zich dienstbaar op aan zowel het verleden als de toekomst. Doel is om het gebouw bruikbaar te maken zonder verlies van het monumentale karakter. Op basis van analyses en waardestellingen is het monumentale in kaart gebracht. Hiermee werd bepaald wat van voldoende waarde is om mee te nemen naar de toekomst. Dit impliceert dat het oorspronkelijke ontwerp niet onaantastbaar is. Het gebouw wordt dan ook niet terug gerestaureerd naar de oorspronkelijke situatie. Ook recente aanpassingen getuigen van de dynamiek van de voormalige werkplaats. Het ontwerp is een gelaagd model: binnen het ontwerp worden elementen zoveel mogelijk ongemoeid laten; andere aangepast aan de nieuwe functie als ook nieuwe delen toegevoegd.

Door de sloop van de belendingen ontstaan lacunes in het gevelvlak die ingevuld worden met nieuwe gevels. Aan de zuidzijde is een nieuwe constructie voorzien als annex van de glazen vliesgevel: het Stadsbalkon.

In de LocHal wordt feitelijk een ‘nieuw gebouw’ geconstrueerd. In de vorm van een trappenlandschap, waarmee enerzijds de sfeer en ruimtelijkheid van het monumentale gebouw geborgd is, en anderzijds genoeg vloeroppervlak wordt gecreëerd om alle functies te huisvesten. Het vloeroppervlak neemt globaal toe van 5.000 m2 tot 11.000 m2 BVO. De befaamde glazen zaal uit de Beurs van Berlage krijgt een prominente plaats in de LocHal; deze zal fungeren als evenementen- en congreszaal.

Het gebouw herbergt een nieuw soort hybride bibliotheek: Bezoekers kunnen er niet alleen boeken,

andere media en wisselende collecties bekijken en lenen, het gebouw stimuleert ook de gezamenlijke productie van nieuwe informatie. Dit zal gebeuren in zogenaamde ‘stijlkamers’: laboratoria of themaruimtes die verspreid over het gebouw nieuwe verbindingen leggen met de vaste collectie. Grote open ruimtes en vloervelden sluiten aan bij de erfgoedwaarde van de monumentale hal en bij het idee van een ‘open’ bibliotheek. Zes mobiele en ruimtehoge doeken zorgen maken het mogelijk grote en kleine werkruimtes te isoleren of de trappartijen te transformeren tot theater- of lezingenruimte.

Het open bibliotheekgedeelte is te verdelen in verschillende zones. Bij binnenkomst komt de bezoeker in een grote centrale hal waar hij een unieke indruk zal krijgen van de voormalige LocHal.

Dit binnenplein wordt gevolgd door een serie trappen en terrassen (het traplandschap) die plek bieden aan ruimtes om te lezen, te werken, te discussiëren en op te treden. Via deze terrassen is er toegang tot de co-werk verdieping die omringd wordt door vergaderruimtes. Op de laatste verdieping bieden brede gangen plek aan intiemere werkplekken. Deze gangen komen uit op het Stadsbalkon, een nieuwe annex met een uitzicht over het spoor, richting de oude binnenstad.

Het gebouw wordt voorzien van nieuwe installaties. Om de verwarming en koeling op een duurzame wijze te realiseren is gekozen voor een zonering, waarbij sommige zones beperkt geklimatiseerd zijn, terwijl andere zones volledig geklimatiseerd worden.

De hoofddraagconstructie van het monument staat, net als de glazen gevel, het dak, de daklichten, de rails etc, volledig op stramien. Dit gegeven vormde een belangrijke inspiratie en uitgangspunt voor het ontwerp.

Constructief

Betreft de constructie: De LocHal bestaat uit een de bestaande staalconstructie van vakwerkspanten in het dak en samengestelde stalen kolommen. Door een kolommenrij in lengterichting in het midden van de hal ontstaat een 2-velds overspanning van de dakspanten. In de hal bevinden zich diverse kraanbanen welke over kraanbaanliggers in lengte richting van de hal kunnen bewegen. Deze kraanbaanliggers liggen op een hoogte van circa 7,5m en 11,0m hoogte en dragen de belasting af aan de samengestelde kolommen langs de gevels en in het midden van de hal.

Daarnaast is er een nieuwe staalconstructie in de LocHal geplaatst, de ‘zwarte’ kolommen en liggers. Dit bestaat kortweg uit het stadsbalkon, 1e verdiepingsvloer en de 2e/3e verdiepingsvloer :

Stadsbalkon

Deze is geplaatst voor de bestaande gevel en wordt opgebouwd uit een stalen dak en een staalplaatbetonvloer thv de 3e verdiepingsvloer. Aan de voorzijde van het stadsbalkon bestaat de constructie uit 2 stalen vakwerkspanten welke 2x 28m overspannen. De vloer van het stadsbalkon hangt d.m.v. stalen kolommen aan deze vakwerkspanten. Deze vakwerspanten worden gedragen door 4 grote stalen kokerkolommen.
Stabiliteit van het dak van het stadsbalkon wordt verkregen door koppeling met het bestaande dak van de hal.

1e verdiepingsvloer

Deze vloer wordt opgebouwd uit SFB-liggers welke hoh 5,4m liggen. Deze liggers rusten op nieuwe stalen kokerkolommen met een hoh-afstand van circa 5,4m. Tussen de liggers overspant de staalplaatbetonvloer. De liggers liggen niet in lijn met de bestaande kolommen maar juist een half stramien verspringend er tussen. Deze vloer wordt dan ook niet gekoppeld met de bestaande gevelkolommen.

2e/3e verdiepingsvloer

De 3e en 2e verdiepingsvloer bestaan uit een opbouw van enkelvelds stalen liggers welke zich t.p.v. de stramienen bevinden hoh 5,4m. T.p.v. as 6 en 20 dragen deze liggers de verticale belasting af op samengestelde ‘boekenkast kolommen’. Langs de gevels op as 3 en 23 worden deze liggers opgelegd op de bestaande kraanbaanliggers. Tussen de liggers overspant de staalplaatbetonvloer.

Fundatie

De bestaande samengestelde kolommen zijn volgens archieftekeningen gefundeerd op grote betonpoeren welke op ook op het zand zijn gefundeerd. De beganegrondvloer betreft een bestaande betonvloer op zand.