Skip to main content
mouse

Rijkskantoor de Knoop

Utrecht

Het voormalige hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht ‘De Knoop’ heeft een nieuwe functie gekregen als gecombineerd kantoor- en vergadercentrum voor de overheid. Tegen het bestaande pand is een 35 meter hoge nieuwbouw gemaakt met staalconstructies en kanaalplaatvloeren.

Projectgegevens

Locatie Mineurslaan 500, 3521 AG Utrecht, Utrecht
Opdracht Rijksvastgoedbedrijf, Den Haag
Architectuur cepezed, Delft, jaap.bosch@cepezed.nl
Constructief Ontwerp Pieters Bouwtechniek, Delft
Uitvoering R Creators (consortium van Structon, Ballast Nedam en Facilicom)
Staalconstructie Staalbouw Nagelhout, Bakhuizen

Algemene projectomschrijving

Het voormalige hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht ‘De Knoop’ heeft een nieuwe functie gekregen als gecombineerd kantoor- en vergadercentrum voor de overheid. Daarnaast zijn verschillende typen werkplekken voor andere partijen en horecavoorzieningen gerealiseerd. De werkzaamheden bestonden uit zowel nieuwbouw als renovatie.

Het uit 1989 stammend complex bestaat uit een betonskelet dat compleet gestript en gerenoveerd is. Tegen het bestaande pand is een 35 meter hoge nieuwbouw gemaakt met staalconstructies en kanaalplaatvloeren. De bestaande kelder is grootschalig aangepast voor installaties. Bij de herontwikkeling werd het bestaande gebouw ingrijpend aangepast en deels gesloopt. Daarnaast kwam er een uitbreiding met acht verdiepingen. In totaal telt het pand 14 verdiepingen, waarvan 13 boven maaiveld. Het complex meet 31.000 m2, waarvan 14.000 m2 nieuwbouw is.

Het nieuwe rijkskantoor heeft een transparante en dubbelhoge plint, met daarin algemene functies zoals de entreezone, het café, restaurant en aanlandwerkplekken. De bestaande bouw van twaalf lagen bevat alle kantoorfuncties, waarbij de geschiedenis van het gebouw goed leesbaar blijft. De grote achthoekige betonkolommen zijn vol in het zicht gebleven, maar de vele bakstenen binnenwanden zijn verdwenen ten behoeve van meer licht, lucht, openheid en transparantie. Klimaatplafonds in de bestaande bouw maken dat geen verlaagde plafonds meer nodig zijn, en ondanks de beperkte verdiepingshoogte toch maximale ruimtelijkheid ontstaat.

Het vergadercentrum is ondergebracht in de uitbreiding, die via een atrium en ‘transportzone’ met liften en trappen is geschakeld met de oudbouw. In het vergadercentrum liggen de pauzeplekken en gastwerkplekken, die grenzen aan het atrium en in open verbinding staan met deze ruimte. Omwille van de rust zijn de vergaderzalen juist meer afgekeerd van het atrium. Een glazen huid met verticale geleding verbindt de verschillende onderdelen tot een geheel. Bestaande inhammen zullen op deze manier verworden tot vides. In de oudbouw is de verhouding van transparante en gesloten geveldelen 3:1, terwijl de uitbreiding hogere verdiepingen heeft met een open-dichtverhouding van één op één.

Transformatie en nieuwbouw

Het oorspronkelijke complex kenmerkte zich door een geprononceerde schakering van volumes met variërende hoogten en verdiepingsafmetingen alsook meanderende gevels met een rookglazen zonwering. In de herontwikkeling zijn ingrijpende aanpassingen gecombineerd met gedeeltelijke sloop, nieuwbouwuitbreiding en een volledig nieuwe stedelijke inbedding over meerdere hoogteniveaus.

Boven de fietsenstalling is een verhoogd plein gekomen dat door het gebouw wordt afgeschermd van de Croeselaan. Het plein staat in directe verbinding met een loopbrug naar de perrons van Utrecht Centraal.  De transparante en dubbelhoge plint bevat algemene functies als de entreezone, een café, restaurant en aanlandwerkplekken en zorgt daarmee voor een levendig straatbeeld.

De bestaande bouw van twaalf verdiepingen behuist alle kantoorfuncties. De kenmerkende achthoekige betonkolommen zijn vol in het zicht gelaten. Verwijdering van de vele binnenwanden heeft geresulteerd in meer licht, lucht, openheid en transparantie. In de bestaande bouw zorgen speciaal voor het project geëngineerde hybride plafondeilanden dat daar geen verlaagde plafonds meer nodig zijn. Ondanks de beperkte verdiepingshoogte kon zo een grote ruimtelijkheid worden bereikt.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De nieuwbouw is gemaakt met een flexibel staalskelet dat in zeer grote mate vrij indeelbaar is gemaakt. De kolommen zijn van betongevulde buisprofielen, de vloerliggers zijn THQ balken en lokaal zijn er HE en IPE profielen toegepast voor ravelingen en constructies in trappenhuizen. Bijzonder zijn de diverse atria waar gelaste kokers uit staalplaten zijn gemaakt om zeer slanke balken en kolommen te creëren. Op deze wijze konden we slankere balken dan standaardprofilering maken. Om de kokers mooi op elkaar te verbinden zijn er verzonken boutverbindingen ontworpen die het dak heel strak gedetailleerd maken.

Een andere bijzondere constructie is gemaakt om kolomvrije ruimten in het centrale atrium te maken. Hier is met vakwerken uit buisprofielen met een overspanning van 15 meter gewerkt.

Tevens zijn de trapconstructies in het vergadercentrum bijzonder. Door stalen trapbomen en stalen raveelbalken toe te passen konden zeer grote trappen gemaakt worden, waarbij we met trillingsanalyses in berekeningsmodellen hebben gecontroleerd of de trappen goed zouden functioneren.

In het bestaande skelet zijn ook diverse nieuwe atria gemaakt. In de bestaande betonvloeren waren niet op alle gewenste posities de grote sparingen voor vides mogelijk. Door stalen UNP profielen langs gezaagde vloerranden toe te passen konden we nieuwe uitkragingen aan de vloervelden maken en konden we nieuwe vides creëren.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Het bestaande skelet had een lage bruto verdiepingshoogte. Ondanks de vrije indeelbaarheid van de oude betonnen kolommenstructuur gaf dit beperkingen aan de inpassing van installaties. Daarom zijn diverse nieuwe schachten in het bestaande skelet gemaakt, zodat we niet met grote kanalen onder de bestaande vloeren hoefden te werken.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De bestaande betonvloeren moesten op enkele posities versterkt worden voor meer draagkracht voor MER en SER ruimten. Vaak lukte dit met lijmwapening, maar op 1 positie gaf dit niet voldoende draagkracht. Hier waren geen kolommen op de onderliggende begane grond mogelijk, waarna we de 2e t/m de 13e verdieping met trekstangen van HEB100 profielen hebben opgehangen aan zware HEB1000 profielen op het dak. Om dit zonder te veel normaalkrachtvervorming te kunnen maken (door rek in de trekkolommen), zijn er per verdieping platte vijzels in de details opgenomen om de vloeren stuk voor stuk onder spanning te kunnen zetten. Hierbij is een zeer doordacht uitvoeringsplan bedacht om de volgorde van vijzeling goed te krijgen, aangezien het vijzelen van de onderste vloer leidt tot ontspanning van de oplegging in bovenliggende vloeren. Dit is complex en echt (en ontzettend leuk) ingenieurswerk gebleken!

Bijzondere aspecten uitvoering

Interessant aan de opgave was het verschil in bouwsnelheid tussen de lange duur voor het renoveren van het bestaande betonskelet (tijd om delen te slopen, nieuwe vides zagen, aanpassingen doorvoeren) en de korte tijd die benodigd was om het nieuwbouwskelet op te bouwen. Zodra de fundering klaar was, is met een grote snelheid het staalskelet opgebouwd en de kanaalplaatvloeren erin gelegd. De betonnen kernen zijn prefab gemaakt en konden de snelheid van bouwen volgen. Iedere tweewekelijkse bouwvergadering was er nagenoeg een nieuwe verdieping gemaakt.

Het stalen vakwerk is in 1 keer in het skelet gehesen. Het vakwerk is vooruit getrokken, waarna de vloeren erin zijn gelegd. Daardoor was er geen grote stempeling van vloeren nodig.

In het bestaande betonskelet is met name voor installatiesparingen op veel posities staal toegepast om sparingen te dragen. Hierbij bleek dat een puur betonskelet zeer robuust is, maar met name betonwanden weinig ruimte bieden voor toekomstige aanpassingen. Telkens waren er grote staalconstructies nodig om de nieuwe gaten te maken. Bij de wanden is meestal gewerkt met stalen UNP’s aan weerszijden van de betonwand, zodat na aanbrengen van het staal de sparingen gezaagd konden worden zonder stempeling nodig te hebben.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

De bestaande kelder van het bestaande pand had veel hoogte en is gebruikt als installatieruimten. Vanuit hier zijn alle hoofdschachten, zowel in bestaand als in nieuwbouw gevoed, waarvoor metersgrote kanalen toegepast zijn.

Duurzaamheid

Duurzaamheid is een zeer belangrijk aspect van het ontwerp. Het komt onder meer tot stand middels een optimaal hergebruik van de bestaande bouw, een hoge mate van flexibiliteit, natuurlijke ventilatie en bijvoorbeeld de toepassing van triple glas, gekeurde materialen en een deels groen dak. Een groot oppervlak aan zonnepanelen, gebruik van de cumulatieve massa van de bestaande betonbouw en een energiesysteem gebaseerd op recirculatie en warmteterugwinning zijn net als automatische aanwezigheidsdetectie voor het licht en CO2-meting voor de klimatisering belangrijke andere aspecten.

Materiaalgebruik (efficiëntie)

De belangrijkste stap in materiaal efficiëntie is dat we het bestaande betonskelet hebben kunnen hergebruiken. Van de in totaal 31.000 m2 van het project bestaat ca. 17.000 m2 uit hergebruikt skelet. Hiermee hoefde bijna 60% van het vloeroppervlak niet opnieuw gemaakt te worden. De efficiëntie in de nieuwbouw zit hem in relatief lichte opbouw van het skelet, de grote mate van vrije indeelbaarheid (waardoor er minder plafonds nodig zijn) en de ideale positionering van installatieschachten, waardoor minder kanaalwerk nodig was.

Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik

Het gebouw is energiezuinig en met Breeam systematiek ontworpen.

Mate van overlast (bouwwerkzaamheden) voor mens en dier

Er is een trillingsvrije fundering toegepast. In het bestaande betonskelet is veel aandacht geweest voor beperking van overlast bij de sloopwerkzaamheden. De nieuwbouw is uiterst snel gebouwd, zonder geluids en trillingsoverlast. De bouwplaats is volledig op eigen terrein gebaseerd, waardoor de Croeselaan volledig ontzien kon worden.

Innovaties op product-, concept- en bouwniveau

Grootschalig hergebruik van het bestaande skelet en chirurgische ingrepen die flexibel gebruik van de bestaande constructies mogelijk hebben gemaakt.