Skip to main content
mouse

Optop Centre Court Den Haag

Den Haag

Door toepassing van een lichte staalconstructie is op het Centre Court complex aan de Beatrixlaan in Den Haag een optopping gerealiseerd van twee verdiepingen van 1.800 m2 extra kantoorvloer, zonder ingrepen in het bestaande gebouw. Hiermee is verdichting in de binnenstad van Den Haag gerealiseerd met een minimaal materiaalgebruik.

Projectgegevens

Locatie Pr. Beatrixlaan 116, Den Haag, Den Haag
Opdracht Bouwinvest Real Estate Investors, Amsterdam
Architectuur KOW Architecten, Den Haag
Constructief Ontwerp Royal HaskoningDHV, Rotterdam
Uitvoering Heembouw Kantoren, Berkel en Rodenrijs
Staalconstructie Dijkstaal, Maassluis

Algemene projectomschrijving

Het Centre Court complex is in 2002 opgeleverd en bestaat uit drie woonblokken en verscheidene kantoorblokken variërend van vijf tot zeventien verdiepingsvloeren. Het gehele complex staat op een parkeerkelder van twee lagen diep. De opgetopte bouwdelen hebben oorspronkelijk vijf kantoorlagen. In deze bouwdelen overspannen kanaalplaatvloeren op dragende prefab betonnen gevelelementen. Daarmee is voor de kantoorvloeren een kolomvrije ruimte gecreëerd van netto 14,4m lengte.

De optopping is zodanig licht ontworpen dat ingrepen in de bestaande constructie niet nodig waren. Het uitgangspunt van een lichte draagconstructie leverde zowel in het ontwerp als in de uitvoering wel wat uitdagingen op.

 

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De nieuwe verdiepings- en dakvloer konden niet op dezelfde manier gemaakt worden vanwege de dan te hoge belastingen op de bestaande constructie. Mede hierom is gekozen voor stalen liggers met een overspanning van 14,4m op de bestaande stramienen h.o.h. 3,6m.

De vloeren hoeven hierdoor slechts 3,6m te overspannen en kunnen daardoor licht zijn. Voor de verdiepingsvloer is een staalplaatbetonvloer met een dikte van 150 mm gekozen die ongestempeld uitgevoerd is. Door de staalplaatbetonvloer te vlinderen, is geen zandcementdekvloer benodigd, wat ook weer tot gewichtsbesparing leidt. Uiteraard vergt dit wel de nodige aandacht bij de uitvoering om de vloer ‘schoon’ op te kunnen leveren.

De dakverdieping is uitgevoerd met stalen dakplaten, waarop een isolatiepakket is aangebracht. 

De stalen liggers zijn momentvast verbonden met de stalen kolommen om zo portaalwerking te realiseren. Dit zorgt voor de stabiliteit van de twee extra verdiepingen. Tevens zijn de liggerhoogtes gereduceerd door het gunstig werkende effect van het inklemmingsmoment op de uiteinden. De liggers zijn in de nieuwe, zesde verdiepingsvloer geïntegreerd om voldoende ruimte onder de liggers voor installaties te behouden. De totale constructiehoogte is daardoor beperkt tot slechts 44cm. Dit is vergelijkbaar met de bestaande kanaalplaatvloeren van 40cm + 5cm druklaag. Het gewicht van de staalplaatbetonvloer is met 2,6kN/m2 (inclusief gewicht stalen balken) significant lager dan de kanaalplaatvloeren (6,0kN/m2 inclusief druklaag).

De 2-laagse optopping is gerealiseerd op 22 meter hoogte. Er is ca. 200.000 kg staal verwerkt in dit project.

 

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Ook in de gevels is gewicht bespaard door deze in te vullen met houtskeletbouw. Het buitenblad is omwille van de esthetiek, in aansluiting op het bestaande gebouw, wel uitgevoerd als traditioneel metselwerk. De bovenste verdieping van optopping van bouwdeel B2 ligt terug, heeft een ander en opener karakter en is zonder metselwerk uitgevoerd.

 

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De portalen staan scharnierend op de vijfde verdiepingsvloer, de oorspronkelijke dakvloer. Echter doordat de kolommen onderdeel uitmaken van een sterk portaal, treden er hier hoge spatkrachten op. Door de doorbuiging van de ligger willen de kolomvoeten naar buiten verplaatsen. Dit is opgevangen door de kolommen met opgespannen trekstangen aan elkaar te verbinden, zodat de bestaande constructie hiervan ontzien blijft.

Vanwege de onderbouw was het op meerdere plaatsen noodzakelijk door middel van overdrachtsbalken de belastingen op een voor de onderbouw gunstige positie af te dragen. De overdrachtsbalk moet op verschillende punten vrij blijven van de onderliggende constructie en dus ook verticaal kunnen bewegen. Daarentegen moet de spatkracht wel overgedragen kunnen worden op de trekstang(en). Deze complexe combinatie is uiteindelijk met een relatief eenvoudig detail opgelost.