Skip to main content
Rob van Esch | Ruimtes in Beeld mouse

Deltion College

Zwolle

Aan de Zwartewaterallee in Zwolle heeft ARES architecten een onderwijsgebouw ontworpen voor het Deltion College. In het gebouw is de opleiding VeVa (Veiligheid & Vakmanschap) gehuisvest. Deltion College verzorgt deze opleiding op MBO-niveau voor Defensie.

Projectgegevens

Locatie Zwartewaterallee 2, Zwolle
Opdracht Deltion College, Zwolle
Architectuur ARES architecten, Apeldoorn
Constructief Ontwerp Ingenieursbureau Hartman Constructies, Lochem
Uitvoering aannemersbedrijf Kormelink, Rietmolen
Staalconstructie Hofman Staalbouw, Vroomshoop

Algemene projectomschrijving

Het gebouw huisvest onder meer 16 theorieruimten, verschillende praktijkruimten, kantine met bedrijfskeuken, een fitnesszaal en een sportzaal. Daarnaast heeft het gebouw op de begane grond een praktijkruime met hefbruggen voor motorvoertuigentechniek en een werkplaats voor vrachtauto’s. Het gebouw heeft een totale omvang van ruim 5000m2. Omdat sporten een belangrijk onderdeel van de opleiding is, heeft het gebouw 11 grote kleed- en doucheruimten.

Flexibiliteit in het ontwerp
Een belangrijke item bij het ontwerp van dit gebouw was om een concept te bedenken, dat de mogelijkheid heeft om een gebouw met een dergelijk specifiek programma in de toekomst redelijk eenvoudig aan te kunnen passen aan mogelijk veranderende onderwijsbehoefte, of delen zelfs een andere functie te kunnen geven. Om hier optimaal op in te kunnen spelen zijn we in het ontwerp tot de conclusie gekomen dat een standaard stramienmaat van 1,80 m, dat veel wordt toegepast in het geval van dit project niet de meest optimale is, maar een maatsysteem van 1,20 meter beter aansluit. Een standaard, door Deltion gebruikt groot theorielokaal van 7,20x7,20 m werd hierbij niet opgedeeld in 4, maar in 6 modulen. De basisgedachte achter dit principe is dat hiermee 2 grote lokalen (van 7,20 m) eenvoudig kunnen worden getransformeerd naar 3 kleine lokalen van 4,80 m breed (ca. 35 m2). Daarnaast kan er tevens een 3,60 m kantoormoduul eenvoudig worden ingepast. Dit stramien van 1,20 m is in alle onderdelen doorgevoerd, waaronder onder meer de staalconstructie en vliesgevel, maar ook in het plafondraster en de verlichtingsmoduulmaat.

Functionele organisatie van het gebouw
Het perceel wordt aan de 2 zijkanten begrenst door 2 andere percelen en aan de voor- en achterzijde door een straat. Aan de voorzijde is dat de Zwarte Waterallee, terwijl de ontsluiting voor voertuigen slechts mogelijk is vanaf de achterliggende Nijverheidsstraat.
In het programma van eisen kwam naar voren dat 2 functies een extra grote hoogte nodig hebben. Dat betrof een sportzaal en een praktijkruimte voor motorvoertuigentechniek, voorzien van hefbruggen en een bovenloopkraan. Het is een bewuste keuze geweest in het ontwerp om deze 2 functies te stapelen en aan de achterzijde dienst te laten doen als een geluidswering voor de snelweg A28. Omdat het gebruik van deze ruimtes trillingen (balcontact en zware motoren) kan veroorzaken in de gehele hoofdconstructie is dit deel ontkoppeld van de rest van de constructie.
Het overige deel van het gebouw dat door deze 'hoge functies' wordt beschermd is volledig vrij indeelbaar. Alleen de stijgpunten met daaraan de schachten zijn de onderdelen die een echt vaste positie hebben gekregen.
De uitwerking op het concept dat nu bij de bouw gerealiseerd is heeft een zone met wel 11 grote kleed-en doucheruimten. Aan de oostzijde zijn de praktijkruimten opgenomen en aan de westzijde geflankeerd door een verkeerszone de theorieruimten. De praktijkruimten hebben in de maatverdeling en positionering van de constructieve elementen een zodanige maat gekregen zodat ook deze eenvoudig kunnen worden omgebouwd tot een theorielokaal met een naastgelegen ontsluiting (zie schema).
Het concept van het gebouw bestaat uit een aantal 'dienbladen', waarop de verschillende onderdelen kunnen worden verplaatst, en aangepast. De gevelinvulling tussen de dienbladen kan worden aangepast van dicht naar glas of vice versa naar aanleiding van de toekomstige behoefte.
Alle praktijkruimten die een relatie hebben met motorvoertuigen zijn logischerwijze op de begane grond gepositioneerd. De theorieruimten, computerlokalen, kantine en de fitnesszaal liggen op bouwlaag 1 en 2.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De constructie bestaat uit een staalskelet met beton gevulde kokerprofielen en THQ-liggers die tussen de kanaalplaatvloeren liggen. Door middel van deze THQ-liggers is het mogelijk om aan de voorzijde van het gebouw een overstek te creëren. De THQ-liggers hebben naast het dragen van de vloeren van het gebouw tevens de functie van constructief koppelelement van de gevel. Op dit punt, langs de rand van de vloeren, zijn de liggers vrij in het zicht gehouden en vormen ze tevens een nis voor het opbergen van de rolgordijnen ten behoeve van de regeling van daglicht. Daarnaast fixeren de THQ-liggers de vliesgevel en de dichte sandwichelementen en ondersteunen ze tevens de randen van de 'dienbladen'. Naast dat deze randen van deze dienbladen een esthetische functie hebben en een vertaling geven van het concept, herbergen ze tevens de buitenzonwering aan de westzijde en zorgen ze voor een minder snelle vervuiling van de vliesgevel. Op het niveau van het sportveld op het dak is de kolommenstructuur van de daklaag, met daaraan de valbeveiliging, het semi-transparante gevelscherm tevens verbonden met de THQ-liggers middels thermische onderbrekers.
Het voor het sportveld van circa 25x40 m benodigde afschot wordt tevens gecreëerd door de staalconstructie op afschot te leggen.
Om het geheel stabiliteit te geven, maar toch de indelingsvrijheid in zowel de plattegrond als in de gevel te houden zijn de windverbanden verplaatst naar de positie van de stijgpunten. Slechts op 1 stramien, ter plaatse van een brandcompartimentering is een dwarsverband opgenomen.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

Bijzondere aspecten uitvoering

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

Vanuit de opleiding bestond de behoefte om 2500 m2 aan buitensportvelden naast het gebouw te realiseren. Na analyse van onder meer de footprint van het gebouw in combinatie met de benodigde buitenruimte voor het ontsluiten en manoeuvreren met de voertuigen bleek dat er 'slechts' 1500 m2 aan buitenveld op het beschikbare perceel aanwezig was. De oplossing die hiervoor is gevonden is om bovenop het gebouw, op 12 m hoogte, een veld van ruim 1000 m2 te maken.
De voorwaarde hierbij was wel dat leerlingen en personeel geen onbestendig gevoel moesten krijgen door de hoogte van het veld, zelfs niet bij het sporten op korte afstand van de rand. Dit hebben we ondervangen door het veld bovenop het dak op dezelfde wijze te behandelen als 1 van de onderliggende lagen. Hiervoor hebben we een extra 'dienblad' aan het gebouw toegevoegd en is het veld rondom afgeschermd door een geprofileerde en geperforeerde metalen gevelplaat die speciaal voor dit project ontworpen en vervaardigd is.
Hierdoor ontstaat rondom het sportveld een semi-transparant scherm dat dienst doet als afscherming en windscherm maar waarbij de sporter op het dak contact blijft houden met de omgeving.
Het gevolg van het toevoegen van een extra laag was dat de totale hoogte van het gebouw ruim 1 m hoger zou worden dan het bestemmingsplan toelaat. Om dit te ondervangen hebben we de ruimte die nodig was in het verlaagde plafond voor installaties tot een minimum beperkt en ervoor gezorgd dat de liggers in de vloer worden geïntegreerd zodat de volle hoogte in het plafond over het geheel kon worden gebruikt.