Skip to main content
fotograaf GDF Suez, openstaande actie mouse

Bedrijfsgebouw energiecentrale GDF Suez

Rotterdam

Het dienstengebouw combineert een dragende gevel van staal met een middenconstructie van beton: een ongewone combinatie, maar best scorende in bouwtijd en -kosten, en bovendien met een transparante verschijning.

Projectgegevens

Locatie Maasvlakte, Rotterdam
Opdracht GDF Suez, Maasvlakte, Rotterdam
Architectuur Royal HaskoningDHV, Eindhoven
Constructief Ontwerp Royal HaskoningDHV, Eindhoven
Uitvoering Visser en Smit bouw, Papendrecht
Staalconstructie Kok staalbouw, Heerle

Algemene projectomschrijving

Het dienstengebouw combineert alle noodzakelijk gebruiksfuncties in één volume. In 2008 startte GDF-Suez met de bouw van een kolenbiomassacentrale op de Maasvlakte. De centrale is de schoonste en modernste in zijn soort. Met een rendement van 46% heeft de centrale een capaciteit van 800 MW. De helft van deze capaciteit kan worden opgewekt met biomassa. In dit uitgesproken industriële landschap is het dienstengebouw het enige gebouw waar mensen daadwerkelijk verblijven.
Het gebouw is zowel entree, werkplaats, magazijn, kantoor, archief, controleruimte, laboratorium, restaurant en omkleedruimte tegelijk. De voordelen voor de gebruikers zijn veiligheid, onderlinge interactie en geborgenheid, immers de werk- en weersomstandigheden op de centrale zijn niet altijd zonder risico’s.
De complexe programmatische eisen voor de onderlinge ruimtelijke verbindingen en de aard van de verschillende functies zijn opgelost in een generieke gebouwstructuur die bovendien voldoende ruimte biedt voor mogelijke uitbreiding met een tweede centrale.
De ruimtelijke samenhang op het terrein is bereikt door de gevels van het dienstengebouw te ontwerpen met dezelfde materialen en detailleringen als alle overige gebouwen; betonnen plinten, met daarboven geprofileerde staalplaat op geïsoleerde stalen binnendozen. De ligging op het terrein en de toepassing van veel glas maken het gebouw onderscheidend en duidelijk herkenbaar als dienstengebouw. De gevels van het dienstengebouw zijn vlak gedetailleerd, met vertikaal geprofileerde staalplaat in verschillende kleurpatronen, om hardnekkige vervuiling door steenkoolstof zoveel mogelijk te voorkomen.
Het gebouw omvat een diversiteit aan gebruiksfuncties met elk een eigen karakteristiek ten aanzien van vloerbelastingen en vrije hoogten. Op de begane grond zijn naast de entree vooral industriële functies ondergebracht, met hoge ruimten voor werkplaats en magazijn, zodat de eerste verdieping overwegend vide is. Op de tweede tot en met de vierde verdieping zijn naast de E-werkplaats, archief- en techniekruimte vooral de kantoorfunctiesondergebracht. Het dak is ontworpen als verdiepingsvloer met kantoorfunctie in verband met de mogelijkheid voor latere uitbreiding met een extra verdieping.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

Het naastgelegen turbinegebouw is op het vloerniveau van 14,0 m met een loopbrug 'horizontaal' verbonden met de controleruimte van het dienstengebouw.
Na afweging van diverse opties is gekozen voor een zo compact mogelijk ontwerp met een uniforme verdiepingshoogte van 3,5 m en een plafondhoogte van 2,8 m.
Een spiegelsymmetrische later aan te brengen loopbrug is in het ontwerp meegenomen in geval van uitbreiding met een 2e centrale. De loopbrug heeft een overspanning van 52 m met één excentrisch tussensteunpunt. De brug is eenvoudig ontworpen in staal om reden van gewichtsbesparing, met vakwerken in dak en gevels en een staalplaat-betonvloer met schijfwerking op vloerniveau.
De middenkolommen zijn in basis geplaatst op een raster van 7,2x7,2 m, omdat dit raster de complexe programmatische eisen optimaal ondersteunt. Gezien de gebouwbreedte van 22 m, is 3x7,2 m een logische keuze. De gevelkolommen zijn elke 3,6 m geplaatst, zodat de scheidingswanden voor kantoren ook later nog eenvoudig aangebracht kunnen worden. Het aanbrengen van 'extra' kolommen in gevels bevordert bovendien de transparantie; reductie van de belasting per kolom, dus kleinere afmetingen zijn mogelijk.
In de gevels zijn elke 3,6,m stalen kolommen toegepast. De montage van lichte industriële stalen gevels en horizontale raamstroken is eenvoudiger op een staal- dan op een betonconstructie. Toepassing van een slankere staalconstructie ondersteunt bovendien de wens van de architect voor transparantie in de gevels. Door de diverse gebruiks- en belastingsituaties zijn er verschillende kolomtypen toegepast. De belasting per gevelkolom wordt geminimaliseerd,
Op de kantoorverdiepingen zijn de randbalken uitgevoerd in IPE 270 (S235) met brandwerende bekleding. De doorgaande stalen kolommen met een kniklengte van één bouwlaag zijn vanaf de tweede verdieping uitgevoerd in koker 120.200.8 (S235) en daaronder in koker 120.200.12,5 (S355). Beide kolommen zijn voorzien van een brandwerende coating. De stalen kolommen met een kniklengte van twee of drie bouwlagen (vides) zijn 'fors' zwaarder en uitgevoerd als staal-betonkolom in koker 300.200.12 gevuld met gewapend beton voor de brandwerendheid. De 'zware' kolommen zijn centrisch belast ontworpen, door de excentriciteit van de permanente belasting uit de bovenbouw te 'neutraliseren' door de randbalken zodanig excentrisch aan te brengen dat ΣM = 0. De randbalken zijn uitgevoerd in UNP 300 (S235) met brandwerende bekleding.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

De sfeer van het interieur is sober en rustig gehouden. Het gebruik van zilvergrijze metalen plafonds, betonnen kolommen, grijze gietvloeren en schoonwerk kalkzandsteen bieden contrast met het kleurrijke uitzicht op de nabijgelegen havens met containerschepen en overslagterreinen.
Veel daglicht is er voor de gebruikers via de hoge raamstroken. Voor deze raamstroken was het gewenst om die zo transparant mogelijk te maken, slanke stalen kolommen met structurele beglazing hadden daarbij de voorkeur. Een vlakke detaillering van het interieur maakt schoonmaken eenvoudig.
Alle kolommen hebben dezelfde breedtemaat, ongeacht plaats in het gebouw en benodigde afmeting. Hiermee kon de geveldetaillering uniform worden uitgewerkt, zowel voor de transparante als dichte delen, en kunnen binnenwanden overal op dezelfde wijze worden aangesloten. De kniklengte in zwakke richting wordt beperkt door de horizontale regels. De kniklengte in hoofdrichting varieert van 1 tot 3 verdiepingen, afhankelijk van de functie.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De stalen gevelkolommen zijn slank gehouden; in de detaillering hebben we ervoor gezorgd de krachtsinleiding centrisch te houden. Bij de overgang van kantoor-kolommen (120-200) naar werkplaats kolommen (300x200) ontstaat een excentrische inleiding van de bovenbelasting. Door de vloerligger aan de andere zijde excentrisch aan te brengen, kon toch de resulterende kolomlast centrisch blijven. Dit scheelt in profielafmetingen en gewicht.
Door oplopende krachten naar beneden, is de staalkwaliteit van de onderste twee verdiepingen verhoogd naar S355, om toch dezelfde profielen te houden.
Belastingen uit calamiteiten zoals aanrijdingen met vrachtauto's zijn bewust niet meegenomen in het ontwerp. Een aanrijdbeveiliging op straat voorkomt aanrijdbelasting en houdt de kolomafmetingen klein.

Bijzondere aspecten uitvoering

De aannemer plaatste in eerste aanleg vraagtekens bij een hybride constructie, betonnen strokenvloeren, betonnen middenkolommen met een staalconstructie in de gevels. Het werken met twee ploegen, die elk hun eigen tolerantie regimes hanteren, bleek het grootste bezwaar. Een prefab betonskelet was volgens de aannemer waarschijnlijk en 'goedkoper' en 'sneller'.
De aannemer heeft de beide opties beoordeeld op het vermeende verschil in bouwtijd en bouwkosten. Qua bouwtijd bleek er geen sprake van noemenswaardige verschillen. De snellere montage van het betonskelet wordt teniet gedaan door de meer bewerkelijke afbouw van de gevels. Voor de bouwkosten bleek het hybride ontwerp uiteindelijk zelfs goedkoper.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

Duurzaamheid

Materiaalgebruik (efficiëntie)

Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik

Het gebouw wordt verwarmd met restwarmte van de centrale. Klimaatplafonds als verwarming zorgen voor een optimaal binnenklimaat; ook hier vaak in schril contrast met de weersomstandigheden op de Maasvlakte.
Een pakket van duurzame maatregelen zoals ledverlichting, bewegingsmelders, solartubes, maakt het dienstengebouw energiezuinig.

Mate van overlast (bouwwerkzaamheden) voor mens en dier

De Maasvlakte is door mensen gecreëerd land. Deze ruimte maakt het mogelijk de havenactiviteiten uit de stad weg te halen. Niet zozeer de locatie zelf, als wel wat dit voor het achterland betekent, is hier van belang.
In de zwaar industriele omgeving met steenkool- en ijzerertsoverslag, biedt het dienstengebouw juist een veilige en kalme omgeving voor mensen om je te terug te trekken uit de viezigheid.

Innovaties op product-, concept- en bouwniveau

Bijzonder aan dit ontwerp, is de overall ontwerpvisie op een site van een electriciteits centrale: waar meestal diverse functies eigen gebouwen krijgen, is hier een verzamelgebouw neergezet met een ongewone verschijning en materialisering. Aandacht voor welzijn en comfort voor mensen, is niet het eerste waar je aan denkt bij zware industrie.
Niet innovatief, maar in de traditionele bouw toch het noemen waard: ondanks sterke tegenkrachten van uitvoerende partijen, is vastgehouden aan de ontwerpvisie van stalen gevels en gevelconstructie. Na een gedegen vergelijking van de aannemer, die liever in prefab beton bouwde, bleek de kracht van het ontwerp, wat intuitief al de beste leek, ook werkelijk het beste te zijn.